Artikel in Motomagazine | Het ambacht en de meester

Er is maar één instantie die rijbewijzen uitgeeft. Er is maar één set exameneisen. Er zijn echter vele manieren om les te geven onderweg naar het examen. Hoe zit dat eigenlijk hoe verhouden de officiële rijvaardigheidseisen zich tot de praktijk van de rijles? Ron Wollenberg van RWO rijschool is laat in zijn loopbaan motorinstructeur geworden. Met als belangrijkste reden: zijn grote passie is motorrijden en draagt dat graag op nieuwelingen over. Ron vertelt hoe het lessen bij hem verloopt. 

In eerste instantie neem ik de leerlingen 1, 2 of meer  keer achterop naar een grote parkeerplaats in Vianen om te zien wat voor vlees ik in de kuip heb, wanneer ik het verantwoord vind mogen ze zelf naar die parkeerplaats toe rijden. Na enige lessen gaan we dan naar een wat verder gelegen carpoolplaats en gebruik ik de route daarna toe gelijk om te beginnen met de verkeersdeelname en het o zo belangrijke positie op de weg / zien en gezien worden / het nemen van bochten etc , want per slot van rekeningmoeten we toch naar Amsterdam voor het examen Bijzondere Verrichtingen. En dat alles uitsluitend één op één.

“Rijinstructie is een klein wereldje. Toen ik begon ben ik iedereen in de buurt afgegaan, om kennis te maken. Veel rijscholen doen motorinstructie ‘erbij’, in de verloren uurtjes. Grote scholen hebben wel motorinstructeurs in dienst, en die zie je op een eigen instructieterrein dan in groepsverband les geven. Begrijp me goed: dat kán , als je als leerling aanleg echt hebt, dan kan dat. Er zijn echter zoveel mensen die je het echt stap voor moet uitleggen, achterop nemen die echt de volle 100% van je aandacht vragen en dat is onmogelijk bij lessen in groepsverband

Niets ten nadele van de grote collega’s, maar Ron vindt de intensiteit van de instructie soms wel erg laag. “Laatst kreeg ik een klant hier die zijn voertuigbeheersing op zo’n manier elders had gehaald. Zes uurtjes les en gelijk op voor het examen. Hij kwam de wijk niet fatsoenlijk uit. We zijn  gestopt en ik heb gezegd: laten we eerst maar eens naar het industrieterrein gaan. Daar zijn we eerst met een paar basisprincipes beginnen. Wat is de aslijn van een motor / gyroscopisch effect/ countersteering? Hij wist echt van niks! De vier verplichte oefeningen hadden ze erin gestampt. Als je dan tijdens het examen de vier verplichte nummertjes plus één variant,bijvoorbeeld  de stopproef goed doet, ben je geslaagd. Ron vraagt zich af of er dan ook daadwerkelijk sprake is van VOERTUIGBEHEERSING ?

Loterij

Een beetje een loterij dus? Een paar verplichte kunstjes plus kijken of je het variabele deel toevallig ook goed doet? Ron: “Ja, precies. Weet je, het is handel.ik begrijp ook best dat de schoorsteen  moet roken maar het is niet mijn werkwijze. Die vier verplichte dingen, die leren ze je wel. Je krijgt dan nog drie oefeningen, één uit het langzame deel, één uit het snelle deel, en één uit het onderdeel stoppen en dan is het maar afwachten.” 

“Weet je, het verschilt zo enorm. Ik heb hier een Coentje Cum Laude gehad, die knutselde zelf aan motoren, reed al achter het ouderlijk huis: die hoefde ik echt niet te leren afschuinen. Die had aan tweeënhalve les genoeg. Maar twee weken geleden is er een 62-jarige man geslaagd en ja, die had wel 25 lessen nodig.” 

Beheersing van de motor, zelfs als natuurtalent, betekent natuurlijk nog niet dat het in de harde realiteit van het hedendaagse verkeer ook goed gaat. Ron: “Klopt. Het punt is, men wil vaak alleen maar pakketten. Zoveel les voor een vast bedrag en dan naar het examen.” 

Ron gruwt overduidelijk van het idee om op een koopje een lot in de examenloterij aan te bieden. “Daar doe ik niet aan. Zoals gezegd, als ze bij mij komen neem ik ze eerst één of twee keer mee achterop. Dan gaan we naar een groot parkeerterrein hier in Vianen, en los van de bijzondere verrichtingen kijk ik daar eerst eens wat voor vlees ik in de kuip heb. Als we dan later onderweg naar de carpoolplaats gaan komen zaken aan de orde als,  het midden van de vrij beschikbare ruimte. Wat gebeurt er als je langs een benzinestation komt: wat zit daar voor gevaar in? Een stukje gevaarherkenning dus, o zo belangrijk want je bent per slot van rekening kwetsbaar als motorrijder Meteen doen we ook al bochtentechnieken. Ik laat zien wat er gebeurt als je  verkeerd instuurt , hoe je dan ook verkeerd op de weg uitkomt en bespreek dan wat daar het risico van is. Ik hoop dan altijd dat er een vrachtwagen aankomt, want die kop je niet weg. Wat ik maar zeggen wil is, maak de motorrijders in spé attent op hun kwetsbaarheid en hoe daar mee om te gaan. 

Hoe de trainer getraind is

Om anticiperen op gevaarlijke situaties te trainen gebruikt Ron ook reeksen zelfgemaakte foto’s in feite een lichte vorm van simulatie. “Kijk, hier heb je een situatie als je langs een boerderij rijdt. Ik zeg dan: kijk eens wat deze man allemaal ziet (weinig, door een bocht met begroeiing en slechte positie op de weg). En dan deze vervolgfoto: de positie op de weg is veel beter, en kijk eens wat hij nu ziet (een trekker die ineens te voorschijn is gekomen). Het gaat dus om herkennen van mogelijk gevaarlijke situaties, anticiperen, en daar beginnen we ook in de praktijk al mee tijdens de eerste rit onderweg naar de bijzondere verrichtingen.” 

Ron benadrukt dat hij deze geïntegreerde manier van lesgeven niet heeft opgedaan tijdens zijn eigen standaardopleiding tot instructeur. “Nee joh, daar ligt het accent veel meer op het volgens de regeltjes lesgeven. Wat ik nu vertel heb ik van mijn aanvullende opleiding tot KGI, KNMV Gediplomeerd Instructeur. Ik begin direct met goed kijken, vooruitdenken, goed de bocht in- en uitgaan, nog voor de eigenlijke verkeersdeelname lessen.

Samen in de auto

Dat is maar goed ook, zou je dan zeggen. Het dwingt leerlingen tot vroegtijdige verkeersdeelname, en het dwingt dus ook de instructeur tot instructie in die richting. Maar: “Wat je ziet is dat mensen met vier leerlingen naar het examen gaan. Eentje rijdt op de motor, de rest rijdt er met de auto achteraan en ze doen alle vier achter elkaar examen. ” Ron ziet het duidelijk anders. “Ik reserveer een halve dag voor ze. We gaan hier eerst op ons gemak even babbelen over wat er komen gaat, kopje koffie drinken, en dan rijden we er naartoe zodat we er ruim  van tevoren zijn. Dan heb je dus net een stuk snelweg achter je kiezen. Nog even afschuinen, wat langzame oefeningen doen, even loskomen. Het is toch een heel andere benadering.” 

“Ik maak motorrijders van ze”, vat Ron samen. Maar ook: “Ik ga ze níet leren racen. Dan moeten ze daar maar een gespecialiseerde training voor volgen. Ik leer ze wel verantwoord bochten rijden. Stoppen, achterop nemen, alles met ze doen. Weet je, voor mij is het toch een uit de hand gelopen passie. En het werkt.

Het kan uit

De vraag is dan wel of zo’n manier van lesgeven ook financieel uit kan. Geen lokkertjes, uitsluitend een-op-een instructie, extra tijd investeren is dat alleen voor de eenzame gepassioneerde instructeur weggelegd? Zonder nu meteen zijn boekhouding open te leggen geeft Ron aan: “Het kan. Of je er rijk van wordt is een tweede, maar het kan. Het is natuurlijk een heel verschil of je dit doet zonder bedrijfsgebouw, secretaresse en administratie, kortom de beroemde Overhead moet ook eten per slot van rekening. 

Ruimte voor het ambacht

Ron’s verhaal maakt duidelijk dat de exameneisen in Nederland veel ruimte bieden voor wijd uiteenlopende aanrijdroutes naar het examen. Snel, groepsgewijs en zo goedkoop mogelijk, of minder voordelig maar met intensieve begeleiding. Voor de kandidaat is het een keuze. Het rijbewijs zal precies eender zijn. 

Hoe kijkt hij aan tegen die geboden ruimte? Ron’s antwoord verbaast in eerste instantie wat. “Je zou eigenlijk meer variatie moeten kunnen hebben, minder vaststaande elementen in het examen dus. Een examinator die ziet dat iemand een element niet echt goed doet kan er dan een andere, vergelijkbare oefening bij pakken. Ze zien immers prima of iemand het kan. Natuurlijk kan iemand door de zenuwen een langzame slalom verknallen. Ik geef het je te doen; die is vervelend hoor, als je stijf van de zenuwen op je motor zit. Maar als iemand perfect wegrijdt, goed kijkt, mooi afschuint, dan kan en mag hij toch een keer die slalom verklungelen?” 

Broodje aap

Meer bevoegdheden om ‘ambachtelijk’ te examineren dus. Ron vertrouwt de examinatoren er best mee: “Dat daar misbruik van gemaakt zou worden is borrelpraat. Er is bij nog nooit iemand onterecht gezakt. Als iemand tijdens het examen laat zien dat hij kan motorrijden, dat hij het karakter en de eigenschappen van de motor begrijpt en gebruikt… Dan is er misschien per ongeluk een bocht iets te wijd, maar wordt er wel goed gecorrigeerd. Trekt hij hem netjes terug en blijft op de eigen weghelft. Degenen die bij mij zijn gezakt (en dat zijn er maar heel weinig geweest) maakten er inderdaad een potje van. Door zenuwen: als je van ellende een rood licht gewoon niet ziet dan kunnen ze je natuurlijk niet laten slagen.” Ron ziet ook de examinatoren een grote dosis betrokkenheid tonen. “Ik had bijvoorbeeld een kandidaat die op een vierbaansweg te lang links bleef rijden. De examinator zei ‘laten we nog even een vergelijkbare situatie opzoeken; kijken of hij het daar wel goed doet’. En ja hoor, hij haalt in en gaat keurig meteen naar rechts. Dat komt toch overeen met de werkelijkheid; iedereen blijft wel eens even te lang links rijden. Dat is niet meteen een halszaak.” 

De aloude verhalen dat examinatoren standaard een percentage kandidaten moeten laten struikelen kunnen wat Ron betreft worden bijgezet in de kast ‘Broodje Aap’. Daarmee vervalt wat hem betreft ook de grond onder stringente standaardisering van het examen. 

De huidige Nederlandse indeling van het motorrijbewijs vindt Ron uitgesproken merkwaardig. “We zijn weer eens roomser dan de paus. Kijk, in zuidelijke landen zie je dat jongens van 16 jaar op een 11 kw  rondrijden. Dan maak je motorrijders. Die jongens hebben beperkt vermogen, ze mogen alleen in de eigen regio rijden, en zo doen ze dus relatief veilig ervaring op. Wij moeten nota bene tot 24 allemaal starten met 11 kW.” Ron vindt dat niet alleen bezopen, maar bovendien uitgesproken onveilig. “Le-vens-ge-vaar-lijk. Die 11kw motoren lopen 100, 110. Met een forse tegenwind hier op de Lekbrug invoegen !!! Je kunt op de snelweg geen kant op met dat vermogen. Ook op het examen zeggen ze: gebruik het karakter en de eigenschappen van de motor. Als je dreigt te worden opgesloten geef dan een peut gas. Wat heb je liever, een bon of een bed? Met een 35 kw of meer  motor kun je gas geven en desnoods wegwezen, met een 11 kw niet, en dan zit je klem” 

De voor 2014 aangekondigde correctie (vanaf 20 mag je instromen op 35 kW) maakt voor Ron dus in ieder geval iets goed. Met de oude regeling was hij trouwens ook tevreden. “Beperkt beginnen, met 25 kW, dat was prima. Je moet er toch niet aan denken dat zo’n jongen of meisje meteen op een motor stapt met bijvoorbeeld 180PK,. Bij de eerste de beste bocht geven ze iets teveel gas, krijgen een uitglijer en zijn weg.” 

Voor beginnende rijders, trouwens voor iedere rijder met ambities voor  snel heeft Ron maar één advies. “Boek een CRT-dag. Ga je eens een dagje op Assen rijden, daar kun je je uitleven.” 

Ron Wollenberg ziet de rijopleiding en het rijexamen graag terugkeren naar een minder geformaliseerde, meer ambachtelijke benadering. Veel individuele aandacht onder het oog van de meester. Ook Ron ziet wel dat het anders kán, maar dan alleen voor de eenzame superkandidaat die eigenlijk toch al kon rijden. In de huidige praktijk ziet hij teveel een soort loterij waarin kandidaat en rijschool samen mikken op een examen-light. 

Waarbij Ron trouwens aantekent dat de marktvraag behoorlijk sturend is: “Mensen komen toch af op zo’n mooie pakketdeal: ‘haal je rijbewijs met maar een paar lessen’. Wie een beetje nadenkt ziet natuurlijk ook wel dat dat niet uit kan, ook voor de rijschool niet. Dat wordt dus veelal tóch nog een paar lessen extra,  een herexamen met weer een paar lessen. Tja, wie eenmaal het pakket heeft gekocht zit er toch een beetje aan vast.” 

“Hoe dan ook het is mijn ding niet. Als iemand de weg op gaat moet hij echt een volwaardig motorrijder zijn” 

Ron Wollenberg is eigenaar/instructeur van RWO Rijschool in Vianen, www.rworijschool.nl